Het Hotel
Het Hotel
Een eenzaam
Hotel
Een zelfuitgestippelde dood
De gesloten deuren
Naar het balkon
Naar een wereld zo
Donker, maar
Binnen brandt Licht!
Want je enige vriend staat
Geduldig en kalm op het
Hout
Gelakt hout
Gelukkig en kalm
Naast
Het gladgestreken bed
Een spiegel vertelt je
Leugens en sommige
Tegels vertonen scheuren
Buiten vloeit de Gang
Strakke deuren met op ieder
Een
Nummer van Goud!
Want betekent Achttien niet
Eigenlijk gewoon
Negen?
En is een dag in mei niet
Gewoon
Een dag met Zonlicht
Dat maar niet komt?
Tapijt
Alsof de Tijd
Zich nog altijd
Sierlijk
Voortbeweegt
Vrouwen in uniform
Afstandelijk
En
Koud
En het Podium is nu
Leeg
En de Zee
Van
Geschreeuw
Lijkt eindeloos
Ver weg
Lijkt
Gras of een
Pikzwarte vloer
Lijkt
Lampen zonder Licht
Zonder
Verhaal
(10-7-2025)